Aanvulling Frans Brieffies
Geachte heren Beets en Nugter,
Naar aanleiding van de stamboom van Hermanus Nugter wil ik u graag nog enkele aanvullingen doen toekomen.
Mijn interesse voor de familie Nugter/Nogter is veroorzaakt door mijn schoonmoeder. Zij heet Cornelia Theresia Nogter en is een dochter van Cornelis Nogter en Gertruda Zwart (zie V.5 sub 5).
Haar naam en die van haar broers en zussen is officieel Nogter, maar zij noemen zich doorgaans Nugter.
In de geboorteakte van hun vader Cornelis Nogter (geb. 28 februari 1899 te Wervershoof) wordt de naam van de vader (Cornelis Nogter x Antje Dekker) als Nogter opgegeven. Ook ondertekent hij de akte met Nogter.
De gegevens van het gezin van Cornelis Nogter en Gertruda Zwart vindt u hieronder.
Tevens gaan hierbij nog enkele aanvullingen op het gezin van Cornelis Nogter x Antje Dekker. Ook zijn nog enige foto’s van deze gezinnen in mijn bezit.
Enkele aanvullingen op het gezin van Simon Nugter (geboren als Simon Nogteren) nr. IV.1 zijn:
de geboortedatum van Immetje Berkhout is 9 oktober 1824 te Andijk en naar mijn mening overleden op 3 oktober 1871 te Andijk.
de moeder van Immetje is niet Keetje Mees, maar Teetje Meester.
Hoewel Simon Nugter/Nogteren geboren is in de gemeente Zwaag, is hij feitelijk geboren in Onderdijk. Zijn moeder is blijkens de akte immers woonachtig te Hoog- en Laag Zwaagdijk en is daar ook bevallen. De banne Hoog- en Laag Zwaagdijk is een bijzonder banne geweest, die tot 1795 steeds onder de jurisdictie van Medemblik viel, maar door de centralistische regering van Napoleon vanwege de naam ten onrechte in 1812 onder de gemeente Zwaag is gevoegd. Dat heeft tot het einde van 1867 geduurd, waarna Hoog- en Laag Zwaagdijk onder de gemeente Wervershoof is komen te vallen. In het jaarboek van Oud Wervershoof 1999 heeft Jan de Bruin een artikel over deze bijzondere banne geschreven.
Tot Hoog en Laag Zwaagdijk behoorden Onderdijk, de westkant van de Lagedijk (nu Simon Koopmanstraat in Wervershoof), de Neuvel, en het noordoostelijke deel van de Zwaagdijk (het gedeelte dat tot de herindeling van 1979 onder de gemeente Wervershoof viel).
De getuigen in de akte van 20 juli 1819 Reijer Zwart, Dirk Mol en Poulus de Boer waren ook alle Onderdijkers.
Ten aanzien van de moeder Dieuwertje Weel kan nog het volgende worden opgemerkt.
Dieuwertje Weel huwt op 8 mei 1835 in de gemeente Zwaag met Dirk Sijm (ged. Op 22 februari 1801 te Wervershoof als zoon van Ariën Jansz Sijm en Dieuwertje Dirks Visscher) Hij overlijdt op 13 augustus 1859 te Andijk.
Uit dit huwelijk twee dochters:
1.Marijtje, geboren Wervershoof, 20 maart 1838, overleden Wognum, 15 november 1897, gehuwd Hoogkarspel, 3 mei 1861 met Willem Vriend, geboren Hoogkarspel, 21 april 1838, als zoon van Pieter Vriend en Adriaantje Schipper.
2.Grietje, geboren Andijk, 13 juli 1838, overleden Alkmaar, 16 oktober 1902, gehuwd Andijk, 14 november 1862 met Pieter Berkhout, geboren Andijk, 26 maart 1833 als zoon van Jacob Berkhout en Teetje Meester. Hij is dus een broer van Immetje Berkhout de vrouw van Simon Nugter/Nogteren.
Deze gegevens zijn ontleend aan de stamboom van de familie Sijm (blz. 453). Als bijzonderheden noemt de samensteller van de stamboom nog dat “het overlijden van Dirk Sijm wordt aangegeven door Simon Nugter (geboren 1820) en wordt daar behuwd zoon genoemd. Simon Nugter huwt echter Immetje (Jantje) Berkhout.” De samensteller is kennelijk niet op de hoogte van het feit dat Dieuwertje Weel een zoon heeft die Simon Nugter heet.
Wel is opmerkelijk dat hij opmerkt dat Dieuwertje Weel nog een kind in onecht heeft nl. Aafje (achternaam wordt niet genoemd, waarschijnlijk Weel), geboren te Medemblik in 1820. Deze Aafje huwt in 1843 met Jacob Hoek uit Zwaagdijk.
Moeten we hieruit veronderstellen dat de door u genoemde kortstondige relatie met Sijmen Nugter/Nogteren minder kortstondig is geweest en dat daaruit twee kinderen zijn geboren? Of is Dieuwertje Weel een voor haar tijd vrijgevochten vrouw geweest, die in een betrekkelijk korte tijd twee verschillende relaties heeft gehad met twee kinderen als gevolg? De eerste gedachte komt mij waarschijnlijker voor. Wellicht dat verdere naspeuringen meer informatie kunnen bieden.
Als er sprake was van verbroken trouwbeloften is er wellicht geprocedeerd voor het gerecht. Een interessant artikel over verbroken trouwbeloften is te vinden in de 65ste bundel van het Historisch Genootschap Oud West-Friesland (Was trouwen ook houwen? Door Pim Brieffies, blz 122 t/m 138). Wellicht is er informatie te vinden in de voogdijregisters.
Over Simon Nugter (V.11) x Sijtje Dekker is in het Jaarboek 1999 van de Historische Vereniging “Den Swaegh Dyck” informatie te vinden in twee artikelen die betrekking hebben op de levenslopen van Lena Putzki en Jozef Fischer.
Het kinderloze echtpaar Simon Nugter en Sijtje Dekker adopteerden na de Eerste Wereldoorlog twee van oorsprong Poolse weeskinderen Gertrud en Lena Putzki. In het artikel bevinden zich verschillende foto’s van het echtpaar Nugter-Dekker met deze kinderen. De van oorsprong Duitse wees Jozef Fischer is als 12-jarige jongen ook bij dit echtpaar ondergebracht.
Het echtpaar woonde eerst in de stolpboerderij Zwaagdijk 3 en is later verhuisd naar de woning Tolweg 40 (stolpboerderij en woning staan er nog). Blijkens het artikel had Simon Nugter een zaadbedrijf (bloemen- en groentezaad) en later tevens een bloembollenbedrijf (tulpen).
In de winter werkte Jozef Fischer o.a. bij Klaas Nugter die tulpen broeide voor export naar Engeland. Ook had hij een hoveniersbedrijf en legde hij tuinen aan in Wervershoof bij de betere gesitueerden zoals dokter Pinxter, bij de pastorie, burgemeester Raat en Martha Slot (de ongehuwde dochter van burgemeester Slot, de voorganger van burgemeester Raat).
Tot zover enige informatie uit deze artikelen. Indien u kopieën wenst, zal ik u die u toezenden.
Ten aanzien van het echtpaar Cornelis Nogter/Nugter en Antje Dekker nog het volgende.
Dit echtpaar heeft zich blijkens de informatie uit het door Mgr. Kraakman geschreven boekwerk Allerlei van ver en nabij. Over de Zusters Franciscanessen in Wervershoof 1877- 1977, in 1926 ingekocht in het bejaardenhuis. Als gevolg van o.a. deze inkoop “zag het bestuur van het bejaardenhuis de financiële mogelijkheid om een CV-installatie te plaatsen, die vooral in de uiterst strenge winter van 1928/1929 als een zegen werd ervaren”.